Deze week is Kees Moers op 74-jarige leeftijd overleden. Kees was sinds 1989 erelid van Shot. Hij werd lid net na de oprichting in 1960 en groeide in de loop van de jaren uit tot één van de absolute boegbeelden van de vereniging. Op 19 november 2024 heeft hij – omringd door zijn naasten – rustig en waardig afscheid van dit leven genomen.
Kees was 10 jaar oud toen hij lid van Shot werd. Enthousiast gemaakt door zijn vader en tevens voormalig Shotter Giel, die ooit nog ‘ns Limburgs kampioen was. Kees was als jeugdspeler een aanvaller, maar schakelde later op een meer verdedigend speltype over. Hij speelde enkele jaren met Theo Jansen en Kees Lieftink in het eerste herenteam dat in de landelijke promotie-overgangsklasse speelde. Daarna maakte hij plaats voor de aanstormende jeugd. Rond zijn veertigste kreeg Kees een dubbele hernia, wat hem dwong met spelen te stoppen.
Vervolgens verlegde hij zijn aandacht naar training geven en het coachen van spelers en teams. Hij coachte onder meer het eerste jongensteam in de kampioensgroep met Edy Wiggers, Henk(ie) van Spanje en Peter Jansen. Het eerste herenteam in de eredivisie met Gerdie en Trinko Keen, Geert Verhaegh, Casper Mol en Hans den Boer. In 1993 werd hij herfstkampioen van Nederland met het eerste damesteam, bestaande uit Brenda Huntelerslag, Cyril Onstenk en Anja Heijnen.
De mooiste periode als coach beleefde Kees toch wel met het tweede herenteam – beter bekend als het zwarte jassenteam – dat bestond uit René Jongmans, Wim Bongers en Jos de Loor.
Na de lange succesperiode bij Shot was Kees nog enkele jaren actief bij buurvereniging SKF, waar hij met veel succes het eerste damesteam coachte.
Kees was een vrolijk en aimabel mens. Nuchter en heel gewoon – in de goede zin van het woord. Vriendelijk. En wars van kapsones. Echt een verenigingsmens. Hij was een uitgesproken liefhebber van het spelletje, zoals hij zijn sport vaak liefkozend noemde. Zo bezocht hij internationale kampioenschappen en de Top-12 toernooien door heel Europa. En was geregeld toeschouwer bij de wedstrijden van Trinko Keen in de Duitse Bundesliga.
Kees was dol op snelle auto’s en ontwikkelde in de loop van de jaren een grote liefde voor lekker eten en het drinken van bijzondere wijnen. En hield enorm van bezoekjes aan sterrenrestaurants. Maar ook was hij thuis zelf een vlijtige kok. Fameus waren de motivatie etentjes die Kees in aanloop naar belangrijke wedstrijden voor zijn teams verzorgde. Kees was een ware Bourgondiër.
Met Erik Oostenbrink en Hans den Boer vormde Kees jarenlang Les triples bouffons – vrij vertaald de 3 narren. Samen met hun gast aan tafel maakten zij geregeld het Wageningse nachtleven onveilig.
Kees genoot met volle teugen van de feestelijke Shot reünie, die op 1 juni 2024 ter ere van hem en zijn collega trainer/coach Theo Jansen werd georganiseerd. Inclusief de aanloop naar dit evenement, waarin wekelijks interviews met oud-Shotters verschenen. In zijn eigen interview, dat enkele dagen voor 1 juni verscheen, sprak Kees: “voor mij is de reünie nu al geslaagd”.
Tijdens die reünie werden Kees en Theo door wethouder Anne Jansen onderscheiden met het Wagenings Erezilver als blijk van waardering voor hun decennialange inzet en formidabele prestaties.
Tijdens zijn relatief korte ziekbed raakte Kees niet uitgesproken over alle liefdevolle en warme woorden die hem voor, tijdens en na de reünie ten deel vielen. Hij was oprecht geraakt door en verbaasd over wat die voormalige jeugdleden allemaal van hem hadden opgestoken. En hoe ze die lessen in hun latere leven met succes hadden toegepast. Hij had hen immers alleen maar getraind en gecoacht? Maar stiekem was hij daar bijzonder trots op. En terecht!
Trots was hij ook op de vernoeming van ‘zijn’ Oudjaars Dubbel toernooi, dat vanaf de 2024 editie voortaan als het Kees Moers Oudjaars Dubbel toernooi door het leven gaat. ’n Prachtig gebaar!
Met het overlijden van Kees verliest niet alleen tafeltennisvereniging Shot, maar de hele Nederlandse tafeltenniswereld een markante persoon, die zich bij veel mensen bijzonder geliefd heeft gemaakt.
Wij dragen jou warm in ons hart, Kees!
Guus Krabbenborg